Hallo mag ik dit hoofstuk promoten dit word een hoofdstuk over kunstwerk betrekking tot
mij zelf ook mensen waar ik mee samen heb geschilderd
hier worden mijn eigen kunstwerken vertoond ook per kunstwerk met een mooi gedicht filmpjes
introductie enz enz
De klanken der muziek, zo puur en fijn,
Een symfonie van liefde, die zacht kan zijn.
De tonen die dansen, als golven op zee,
Ze spreken een taal die niemand verstaat, maar je weet.
Harmonieën die vleugels geven aan de ziel,
Lichte akkoorden, een wonderlijk doel.
Van rust tot storm, van zacht tot luid,
Muziek die alles in je hart vertrouwd.
Ze roept op tot dromen, tot diep in de nacht,
En biedt een verademing, een warme kracht.
De klanken der muziek, een magisch geluid,
Dat door de tijd en ruimte blijft, steeds vooruit.
Soms stuit je op muren, zo hoog en zo grijs,
wegen versperd, geen doorgang, geen reis.
De stormen die razen, de golven te groot,
het voelt als een strijd tussen leven en dood.
Verlies in de liefde, een droom die verdwijnt,
vertrouwen geschonden, een hart dat weer schreit.
Een pad dat je volgde, maar toch niet het jouwe,
verstikt in de ketens van moeten en houwen.
De tijd die je achterlaat, zonder geduld,
spijt als een vlam die je binnenin vult.
Twijfels die fluisteren, angsten die schreeuwen,
je blik naar beneden, te moe om te treuren.
Maar in al die knelpunten, donker en zwaar,
ligt ergens een opening, een vonk, een gebaar.
Een hand die je vindt, een woord dat je tilt,
een kans om te helen, al is het subtiel.
Want het leven knelt, maar het leven bevrijdt,
het reikt je een morgen na elke strijd.
Dus vecht voor je stappen, hoe stroef ook gezet,
de weg is nog lang, maar jij bent nog net.
De lat ligt hoog, de top in zicht,
een doel zo fel, een droom zo licht.
Ik strek me uit, ik reik, ik span,
maar steeds weer net niet, steeds weer dan.
De eisen stijgen, steeds maar meer,
een fluisterstem zegt: nog een keer.
Maar in de race om hoog te gaan,
vergeet ik soms stil te staan.
Want wie bepaalt hoe hoog, hoe ver?
Wie fluistert zacht: dit is genoeg?
Misschien ligt kracht niet in de hoogte,
maar in het lief zijn voor jezelf.
Hieronder iemand waar ik veel kunst mee heb gemaakt en gedeeld
een leuke video over expositie Lumia
Rood zo vurig, fel en warm,
Vol passie, liefde, levenscharm.
Het straalt als vuur, een heldere gloed,
Een kleur die kracht en moed doet goed.
Geel als zonlicht, stralend fel,
Brengt vreugde, straalt als een juweel.
Het lacht, het leeft, het maakt je blij,
Een sprankje hoop, een zonnig mij.
Blauw zo diep als oceaan,
Rust en vrede, kalm bestaan.
De lucht zo eindeloos en vrij,
Een kleur die droomt en zweeft met mij.
Samen dansen ze in pracht,
Mengen, spelen, dag en nacht.
Maar puur en sterk, dat blijven zij,
De basiskleuren: rood, geel, en blij blauw erbij.
Bloemen van het Leven
In ‘t veld van tijd bloeien geuren zacht,
kleuren dansen in ochtendlicht.
Elk bloempje draagt een stille kracht,
een fluistering van levenszicht.
Sommige bloeien in zonneschijn,
anderen trotseren storm en kou.
Toch groeien zij, hoe klein of fijn,
met diepe wortels, sterk en trouw.
Soms verwelkt een bloem te snel,
een blad dat valt in stille pijn.
Maar waar zij stond, een warm verhaal,
blijft leven in herinnering klein.
Dus pluk de dag, omarm de tijd,
bewonder wat de aarde geeft.
Want in haar bloemenpracht verspreid,
leeft liefde voort, zolang je leeft.
Een blik verraadt wat is gebleven,
een lach verbergt wat eens bezeugd.
Ogen spreken zonder woorden,
diepe zeeën, stil en wijd.
Ze tonen hoop, verlangen, zorgen,
de sporen van geleefde tijd.
Een gezicht verandert, dag na dag,
zoals de golven op de zee.
Maar in een traan, een zachte lach,
leeft de ziel altijd mee.
Tranen uit de hemel
Zachte druppels vallen neer,
fluisteren verhalen keer op keer.
De lucht huilt in zilvergrijs,
draagt verdriet dat onzichtbaar reis’.
Misschien zijn het tranen van hen die gaan,
liefde die blijft, maar niet meer bestaan.
Of fluistert de wind een stille groet,
van een ziel die ons nog altijd ontmoet?
De regen kust mijn bleke huid,
wast de pijn, dooft het geluid.
En als de zon haar stralen zendt,
weet ik: daarboven… wordt aan mij gedacht.
Emotie der Figuur
In de schaduw van het verleden,
waar de tijd zich traag ontvouwt,
staan zij, de figuren,
die de stilte met hun pijn omhuld houden.
De ene met ogen vol verlangen,
zo diep als de oceaan,
haar hart een storm van verloren dromen,
die nooit de kust raakten van een ander bestaan.
De ander, vast in woede gewikkeld,
zijn handen als vuisten gebald,
zoekend naar vrede in het conflict,
waar woorden falen en de stilte hem valt.
Dan die figuur, geknield in verdriet,
de tranen vallen als regen uit de lucht,
haar ziel gebroken door het onuitgesprokene,
het verleden dat haar rust voorgoed heeft verduisterd.
En in het midden, een figuur die wacht,
met ogen die alles zien en niets verwachten,
stil in de chaos,
hij voelt de tijd, maar doet alsof hij haar niet kan raken.
Ze bewegen, de figuren, als schimmen in de nacht,
hun emoties als onzichtbare handen die hun huid aanraken,
en in hun stilte leeft een storm,
waarvan niemand ooit de ware kracht zal begrijpen.
Dit is de emotie van hun wezen,
dieper dan woorden ooit kunnen zeggen,
een onverwoestbare waarheid,
dat zij, in hun pijn en vreugde, altijd verbonden zijn.
De Patronen der Leven
Het leven weeft in stilte zijn draad,
Met patronen die we pas begrijpen als het te laat is,
Eerst een lijn, dan een bocht, dan weer een draai,
En alles volgt een pad dat wij niet altijd zien.
Een kind dat speelt met de tijd,
Zo puur, zo onbezonnen in zijn vreugde,
Maar de jaren gaan, en de patronen verschuiven,
Wat ooit een rechte lijn was, wordt een labyrint.
In de liefde, waar we zoeken naar vastheid,
En toch verandert elke aanraking iets in ons,
Het patroon van een blik, een glimlach, een traan,
Ontvouwt zich als bloemen die groeien in de storm.
De dag volgt de nacht, en de nacht de dag,
Maar elke zonsopgang is anders dan de vorige,
Een patroon van herhaling en van vernieuwing,
Waarin alles verandert, en toch hetzelfde blijft.
In ieder van ons, een eigen symfonie,
Onze levensdraden verweven met anderen,
Het patroon van herinneringen en dromen,
Een kunstwerk, nog niet voltooid, maar vol belofte.
Zo gaat het leven, keer op keer,
Een dans van chaos en harmonie,
Patronen die we leren kennen,
Pas als we ons hart leren zien.
Het Spinnenweb der Bladeren
In de stilte van de ochtend,
waar de zon haar eerste stralen geeft,
hangt een web van gouden dromen,
tussen takken die de tijd beeft.
Bladeren dansen op de wind,
elke een verhaal in zich verborgen,
ze fluisteren zacht, als een kind,
dat de wereld niet durft te borg’n.
Het spinnenweb der bladeren,
weven een tapijt van herfst en vreugd,
in de dauw, die als parels stralen,
zijn de geheimen van deugd en deugd.
De bomen buigen zacht hun schouders,
gedragen door de zachte bries,
en het web, een kunst van fluweel,
verbindt alles, zonder enig verlies.
Elke draad, een moment van vrede,
elk blad, een adem van de tijd,
het web van bladeren, een stille zede,
dat ons herinnert aan de eeuwigheid.